De Nosiola of Nusiole druif komt voor in Trentino, in het noorden van Italië. De naam komt waarschijnlijk van het Italiaanse woord “nocciola” of hazelnoot. Sommige bronnen verwijzen hierbij naar de kleur van de rijpe vruchten, maar anderen naar de noterige smaak van de vin santo die met deze wijn gemaakt wordt.
Tot voor de eerste Wereldoorlog was dit één van de meest voorkomende druiven van de regio, een echt werkpaard, flexibel, tamelijk resistent tegen ziektes en zeer geschikt voor de hooggelegen wijngaarden. Na de oorlog werd ze stelselmatig vervangen door gemakkelijkere rassen als pinot bianco of grigio of chardonnay die meer opleverden en bekender waren, en ze werd meer en meer gebruikt in blends zonder haar naam te vermelden of in de zeer bescheiden produktie van de zoete vin santo. Vandaag is ze zo goed als verdwenen, maar ze heeft nog een paar fans in de regio.